Opstartprocedure Mentorschap
Na de uitspraak van de kantonrechter begint de opstartprocedure. Zodra De VAO de beschikking binnen heeft, is de mentor officieel bevoegd om namens de klant beslissingen te maken. De mentor maakt zich eerst bekend bij alle zorginstanties waar de klant mee te maken heeft.
Verder maakt de mentor afspraken met de klant, voor zover dit nog niet in het intakegesprek is gedaan. Er worden onder andere afspraken gemaakt over de frequentie en de wijze van het contact dat de mentor houdt met de klant en de hulpverleners. Verdere afspraken worden naar de behoefte van de klant gemaakt.
Uitvoering van het mentorschap
Een mentor heeft bepaalde taken tijdens het mentorschap. Deze taken zijn:
- Het nemen van beslissingen betreffende verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding
- Het adviseren van de klant wanneer deze zelf in staat is om beslissingen te maken
- Het behartigen van de persoonlijke belangen van de klant
- Het controleren van het begeleidingsplan
- Het controleren van de hulpverleners
De wensen en behoeften van de klant staan altijd centraal in het werk van de mentor. Wanneer de klant handelingsbekwaam is, heeft de mentor een adviserende rol. In sommige gevallen is de klant niet in staat om bepaalde keuzes te maken. In dit geval treedt de mentor plaatsvervangend op. Hij zal de klant stimuleren om naar zijn/haar capaciteiten zo veel mogelijk zelf te bepalen.
De mentor heeft niet alleen zeggenschap in de behandeling van de klant. Hij mag zich ook mengen in persoonlijke relaties wanneer deze de klant duidelijk negatief beïnvloeden. De mentor geeft daarin vooral advies en houdt daarbij altijd de wensen van de klant in het oog.
Hoogstpersoonlijke handelingen mag een mentor nooit uitvoeren. Het gaat hierbij om handelingen zoals het opmaken van een testament, het erkennen van een kind of het vragen om euthanasie.