Beschermbewind
Er zijn twee vormen van bewindvoering: beschermingsbewind en WSNP-bewindvoering (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). De VAO biedt alleen beschermingsbewind aan.
Hieronder leggen wij uit wat deze vorm van bewindvoering inhoudt, wanneer en hoe dit kan worden aangevraagd en wat de taken van de bewindvoerder zijn.
Wat houdt beschermingsbewind in?
Beschermingsbewind is een manier om iemand te helpen zijn of haar financiële situatie onder controle te krijgen. De bewindvoerder behartigt de financiële belangen van de klant. Dat wil zeggen dat de bewindvoerder voortaan de belangrijkste beslissingen maakt op financieel gebied.
Omdat dit best ingrijpend kan zijn, wordt het beschermingsbewind altijd via de rechtbank uitgesproken. De bewindvoerder moet ook verantwoording afleggen aan de rechtbank, ter bescherming van de klant. Dit in tegenstelling tot budgetbeheer, wat altijd op contractbasis is.
Bij De VAO zetten wij altijd het belang van de klant voorop. Wij kiezen er daarom voor om niet aan budgetbeheer te doen, maar alleen beschermingsbewind aan te bieden. Zo kunnen wij altijd de kwaliteit van onze diensten waarborgen.
Voor wie is beschermingsbewind geschikt?
Er zijn veel uiteenlopende redenen om beschermingsbewind aan te vragen. Veel voorkomende redenen zijn:
- Verstandelijke beperkingen
- Psychische problemen
- Dementie / Alzheimer
- Verslavingen
- Verkwisting
- Schulden
Er zijn natuurlijk ook andere redenen of een combinatie van redenen mogelijk. Ook kan het soms zo zijn dat iemand simpelweg de druk van de financiële administratie niet goed aankan. Dan kan beschermingsbewind veel rust bieden aan deze persoon.
Kennismaking en intakegesprek
Voor het beschermingsbewind is de samenwerking tussen de klant en de bewindvoerder van groot belang. Daarom vindt er eerst een kennismakingsgesprek plaats, zodat er een vertrouwelijke band wordt opgebouwd. In sommige gevallen wil de klant zelf niet onder bewind, maar is het voor de klant en de omgeving wel de beste oplossing. In dat geval betrekt de bewindvoerder de familie en/of de hulpverleners bij het proces om dit toch zo goed mogelijk te laten verlopen.
Tijdens het kennismakingsgesprek wordt besproken wat de reden is dat de klant onder bewind wil of moet. Ook legt de bewindvoerder uit wat de gevolgen zijn van een onderbewindstelling, zodat de klant een weloverwogen beslissing kan maken. Daarnaast bekijkt de bewindvoerder de financiële situatie van de klant en de motivatie voor de aanvraag, om vast te stellen of beschermingsbewind een geschikte maatregel is in dit specifieke geval.
Na het kennismakingsgesprek volgt het intakegesprek. Dit is meestal dezelfde afspraak nog, maar het is natuurlijk ook mogelijk dat de klant tijd nodig heeft om de informatie te laten bezinken en een keuze te maken. In dat geval komt er een vervolgafspraak.
In het intakegesprek wordt het volledige intakeformulier ingevuld. Door middel van dit formulier brengt de bewindvoerder de huidige stand van zaken in kaart op financieel vlak. Daarbij komen de volgende zaken aan bod:
- Samenstelling van het vermogen
- Inkomsten
- Uitgaven
- Schulden
- Vorderingen
- Beschrijving van de boedel
Daarnaast wordt het aanmeldingsformulier voor de rechtbank ingevuld. Hierin staan de gegevens van de klant en de bewindvoerder en de reden van de aanvraag. Ook kunnen hierin de meningen van andere belanghebbenden, zoals de partner of familieleden van de klant, worden beschreven.
Het kennismakingsgesprek en het intakegesprek kunt u bij De VAO geheel kosteloos en vrijblijvend aanvragen. Wij nemen dan ruim de tijd om u te helpen bij dit besluit. Neem voor een afspraak contact met ons op.
Aanvraag en uitspraak bij de rechtbank
Na het intakegesprek tekent de bewindvoerder een bereidverklaring, waarin hij aangeeft dat hij bereid is om tot bewindvoerder te worden benoemd. Vervolgens stuurt de bewindvoerder deze samen met het aanmeldingsformulier en alle andere benodigde stukken naar de rechtbank.
Het kan ook zo zijn dat de klant zelf de aanvraag doet met de formulieren van www.rechtspraak.nl. De partner van de klant of familieleden tot in de vierde graad kunnen dit ook doen. Dit zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten. In sommige gevallen kan de officier van justitie de aanvraag doen, zodat de relaties binnen de familie niet onder druk komen te staan. Dit komt echter niet vaak voor.
Het verzoek wordt bij de rechtbank in behandeling genomen door een kantonrechter. Op een zitting vraagt de kantonrechter de klant en de bewindvoerder om hun mening. Ook de partner en de familieleden van de klant kunnen worden opgeroepen. Als zij in het aanmeldingsformulier al hebben aangegeven dat zij het eens zijn met de onderbewindstelling, zal dit meestal niet meer worden gedaan. Wanneer de klant niet vrijwillig onder bewind gaat, kunnen de aanbevelingen van familie en van hulpverleners of behandelaars doorslaggevend zijn. Op basis van alle informatie uit het aanmeldingsformulier en de zitting zal de kantonrechter de onderbewindstelling al dan niet uitspreken.
Aan de behandeling van de aanvraag zijn kosten verbonden, zogenaamde griffierechten. Wanneer de klant niet zelf op de zitting kan verschijnen, bijvoorbeeld omdat hij/zij (tijdelijk) in een instelling verblijft, kan de kantonrechter ook op locatie komen. Hiervoor is een motivatie van een behandelaar vereist. Er zijn geen extra kosten verbonden aan een zitting op locatie.